4 oktober 2022

Waar zijn ze geboren?

Cornelis Vreedenburgh - Langs de poldervaart

Het interessante genealogieblog van Peter Fasol maakte me enthousiast om weer verder te gaan met 'm'n wortels'. Ik wist al dat de herkomst van m'n voorouders in twee clusters uiteen valt en dat is nu met het volgende schema en kaart goed zichtbaar gemaakt. 

Het gaat om de 5 generaties voor mij die geboren zijn in de periode 1774 - 1921. Zo'n anderhalve eeuw behoorlijk honkvast net ten noordoosten en net ten noordwesten van Leiden.

In en rond de voormalige gemeente Alkemade met onder andere de kernen Roelofarendsveen, Nieuwe Wetering, Oude Wetering, Rijpwetering is het gebied waar mijn vaderstak heeft geleefd. In die tijd een regio met tuinbouw en bloementeelt gericht op afzet in Leiden en Amsterdam.

Meer naar het westen op de geestgronden vlak achter de duinen ligt de Bollenstreek. Het gebied waar de meeste voorouders van moederskant hun leven hebben doorgebracht.


Anderhalve eeuw Hollands veen en zand. In de generaties daarvoor is er in de Moederlijn rond 1800 import geweest uit Noord-Limburg, die verder is opgegaan in het Noordwijkblokje rechts onderaan het schema. De twee uitbijtertjes Schiedam en Den Haag zijn ook interessant. Via die plaatsen komen een paar voorouders vanuit Nedersaksen en Brabant de bollenstreek binnen. 

In de vaderlijn is zover ik het nu heb uitgezocht rond 1750 sprake van een import Dokkummer. Verder ben ik tot nu toe in de 17de eeuw op een textielarbeider en een greinwerker uit de buurt van Lille gestuit, die in Leiden zijn gaan werken. Hun gezinnen woonden aan de noordzijde van de stad in de buurt van de Marepoort en de Zijlpoort. Van daaruit zijn zonen in het veen gaan werken en daar is, in ieder geval een deel van, hun nageslacht gebleven.

Nu nog een keer de generaties geboren tussen (vooruit ikzelf er ook bij) 1954 en 1774 uitgezet op een hedendaagse kaart. Rood, die van het zand en de blauwe uit het veen.


2 juni 2021

Bloembollen

Bollenveld bij Lisse @HansElbers

Willem Prins (1867-1928) 
Op z'n minst driekwart van mijn voorouders van moederskant leefden in de Bollenstreek. Of ze ook allemaal in het bollenbedrijf gewerkt hebben weet ik natuurlijk niet. Mijn overgrootvader Willem Prins zeker wel, hij werkte als knecht op het bollenland.

Op het moment lees ik in 'De ontdekking van de natuur. De ontwikkeling van biodiversiteit in Nederland van ijstijd tot 21ste eeuw'. En daarin staat een interessante passage over het ontstaan van de Bollenstreek.

"Hoewel we de duinen nu vooral als natuurgebied zien, was de invloed van de mens – via de introductie van fazant en konijn – enorm groot. Ook de duinbeplanting met helmgras is een halfnatuurlijk verhaal: al in de zestiende eeuw plantten beheerders van de duinen helmgras om de buitenste duinenrij te versterken. En langs de duinstrook, op de geestgronden, ontwikkelde zich in de zeventiende en achttiende eeuw de kunstmatige teelt van een gewas dat misschien wel het bekendste symbool van Nederland is geworden, de tulp.

 Semper Augustus-tulp,
afbeelding uit de jaren 1630
De eerste bloembollen werden geteeld in Haarlem; later breidde de teelt zich uit achter de duinstrook op de daar aanwezige geestgronden. Hierdoor ontstond tussen Haarlem en Leiden de Bloembollenstreek. De geestgronden achter de duinenrij van Noord- en Zuid-Holland waren geschikt voor de teelt van bolgewassen vanwege het klimaat met niet al te strenge winters, een koel en zonnig voorjaar en voldoende neerslag in de periode april tot juli. Verder maken de zandgronden vrijwel elke teelt mogelijk vanwege de bodemstructuur en waterbeheersingsmogelijkheden. Het zanderijenlandschap van de Bollenstreek wordt gekenmerkt door een patroon van rechte zandsloten en wegen met lintbebouwing. Op veel plaatsen is het contrast tussen de onafgegraven duinen en de lagergelegen bollenvelden nog goed te zien. Voormalige duinwegen liggen enkele meters boven de bollenvelden. Als bescherming tegen de zeewind werden de bollenpercelen omzoomd met liguster- en meidoornhagen. Tussen de bedden met bloembollen werden beukenhagen geplant."


Zie ook op BrimBoek: De Bollenstreek

18 januari 2021

Honderd jaar geleden

Vandaag 100 jaar geleden, 18 januari 1921, werd mijn vader, Piet Gortzak, geboren. Oudste zoon van Jans van Klink en Gerrit Gortzak. Beide ouders zijn in 1898 in Roelofarendsveen geboren en in diezelfde plaats in 1919  in de Petruskerk getrouwd. Waarom ze iets oostelijker in Mijdrecht woonden bij de geboorte van zoon Piet is me onbekend. Het zal vast te maken hebben gehad met werk dat mijn opa daar had. Enkele jaren later zijn ze naar Leiden verhuisd. Dat moet een grote stap zijn geweest van het platteland naar een bovenwoning in de stad. Zij zijn van hun families één van de eersten die dat toen hebben ondernomen. Vele generaties voor hen waren eeuwenlang honkvast in de streek van Roelofarendsveen en Oude Wetering. 

1 november 2020

Mitochondriën

Links: 4 menselijke cellen elk met een kern (N) en hun mitochondriën.
Rechts: een sterk vergrote weergave van een mitochondrion.
Foto: Malgorzata Rak en Terrence G. Frey

Het aantrekkelijk van het uitzoeken van de moederlijn is om (bijna) zeker te weten dat ik met de vrouwen die ik vind het mtDNA gemeenschappelijk heb. Natuurlijk is er in de andere lijnen evengoed een overeenkomst, maar na enkele generaties 'verwatert' dat best snel. De verwantschapscoëfficiënt met een overgrootouder is dan nog wel 12,5% , maar halveert met elke stap terug in de boom.
In 'Het vrouwenbrein' van Iris Sommer vond ik een duidelijk uitleg van wat mitochondriën met hun mtDNA nu eigenlijk zijn. Ik neem de beschrijving hier  over.

[  ] "de mitochondriën, de kleine energiefabriekjes van het lichaam. Dat zijn kleine orgaantjes die in bijna elke lichaamscel voorkomen. Onder de microscoop kun je ze zien als donkere ovaaltjes die helemaal zelfstandig hun werk doen.
Er is veel bewijs dat die mitochondriën ooit bacteriën waren die af en toe een cel van een meercellig organisme binnenkwamen. Die bacteriën waren kampioenen in het omzetten van glucose (brandstof) in energie. Voor die verbranding is zuurstof nodig en er komt koolzuur en water bij vrij. Maar dat proces gaat niet altijd goed en als het misgaat ontstaan er zuurstofradicalen, giftige stoffen die het DNA, de celmembraan en allerlei andere structuren van de cel kunnen beschadigen. Bovendien is de opbrengst van de verbranding dan lager. Het is dus belangrijk dat de verbranding van glucose zo netjes en efficiënt mogelijk verloopt. Die bacteriën waren daar meesters in. Ze haalden meer energie uit de glucose en er kwamen minder zuurstofradicalen bij vrij. Dieren en planten waarbij de bacterie in hun cellen actief waren, hadden daardoor een voorsprong op dieren zonder deze symbiose. De bacterie was ook tevreden: hij kreeg veel glucose in de cel van zijn gastheer. Een win-winsituatie. Ergens vroeg in de evolutie heeft de bacterie besloten om voortaan maar in de dierlijke en plantaardige cel te blijven wonen en sindsdien hebben bijna alle dieren en planten mitochondriën.
Omdat mitochondriën ooit bacteriën waren, hebben zij hun eigen DNA en kunnen ze zich nog steeds zelfstandig vermenigvuldigen binnen de cel. Dat is handig: als een cel veel energie nodig heeft, bijvoorbeeld een spiercel of een zenuwcel, dan worden er meer mitochondriën aangemaakt dan in rustige cellen zoals kraakbeen of vetcellen. Organen die veel energie nodig hebben, zoals de hersenen, hebben cellen met veel mitochondriën.
Wanneer een cel zich deelt, gaat een aantal mitochondriën mee naar de dochtercellen. Ook bij de bevruchting heeft de eicel een flink voorraadje mitochondriën bij zich, want er staat haar nog een lange reis door de eileider te wachten, die veel energie gaat kosten. De spermacel, die juist aan kwam zwemmen, heeft helemaal geen mitochondriën, want die zouden hem zwaarder en daarmee trager maken. Alle mitochondriën van het embryo, en later van de baby, komen van de eicel van de moeder. De natuurlijke selectie op optimale mitochondriën verloopt daarom uitsluitend via de vrouwelijke lijn.''

Bron afbeelding: Landelijke DNA Databank

22 oktober 2020

Wortels in Nederweert

Boerderij van Jacob en Hendrina (1780)

Er was een optie dat mijn moederlijn naar Pruisen zou leiden. Dat is van de baan. Via een bericht van mij op de groep 'Nederweerts Verleden' van stadshistoricus Alfons Bruekers ben ik er achter gekomen dat de wortels van mijn mtDNA zeker een paar generaties in Nederweert gronden.
De stamboom van de dopeling Catharina Schaeken kan ik nu zo invullen:

 

(Maria) Catharina Schaeken
1764 Nederweert – 1853 Oegstgeest

Jacobus Schaeken
+/- 1738 Nederweert

Hendrina van Hulsen
1742 Nederweert

 

 

Mathias van Hulsen
1712 Nederweert

Petronella Walckers
Nederweert/Ospel

 

 



Henricus
van Hulsen

Nederweert

Maria Gerrits

Jan Walckers
Nederweert

 


In 1780 verhuisde het gezin van Jacob en Hendrina naar het noorden van Nederweert naar de boerderij die er nu nog steeds staat. Daarvoor in 1763 was Jacob al mede-eigenaar geworden van de boerderij van zijn schoonouders, de familie van Hulsen. Dat stond vlakbij de kanalenkruising in Nederweert. De rode cirkel markeert de locatie. Het enige wat er heden ten dage nog rest is de straatnaam 'Hulsen'

19 oktober 2020

'Hae ligktj aan Dieles keldergaater'




Op 1Limburg Televisie was 1 augustus j.l. de grote dysenterie-epidemie in Nederweert in 1779 een onderwerp. Precies de tijd dat m'n voorouders, waarover ik het in het vorige blog had leefden. 

Kelderramen Nederweert herinneren aan oude epidemie

Geplaatst opzaterdag 1 augustus 2020 - 16:58

Twee ramen van een van Nederlands oudste cafés in Nederweert herinneren aan een grote dysenterie-epidemie in 1779.

De kelderramen van café Bi-j Siem doen nog steeds denken aan de gruwelijke gevolgen van die grote dysenterie-uitbraak.

De slachtoffers werden destijds allemaal bij elkaar in een massagraf gelegd dat was gegraven tussen de kerk en het café dat al sinds 1659 bestaat.


'Social distancing niet nieuw'
Volgens historicus Alfons Bruekers zijn aspecten als social distancing en quarantaine zo oud als Methusalem. "Kerken werden gesloten, samenkomsten verboden en zieke mensen moesten in huis verblijven. Zij kregen hun voedsel gebracht op kosten van de gemeente."

Overeenkomsten
En er waren meer overeenkomsten met covid-19 volgens Bruekers. "De onbekendheid en het niet weten hoe te behandelen van de ziekte speelden een grote rol in die tijd", aldus de historicus. "Maar ook fake news in de vorm van allemaal waanzinnige theorieën over de verspreiding van de ziekte gingen de ronde."

'Hae ligktj aan Dieles keldergaater'
Het gezegde 'Hae ligktj aan Dieles keldergaater' is nog steeds bekend in Nederweert. "Als mensen dat zeggen, dan bedoelen ze dat je ligt begraven aan het keldergat van Diele, een van de oorspronkelijke bewoners van het huis, en dan is het slecht met je afgelopen."

Op de site van 1 Limburg de korte reportage met historicus Alfons Bruekers. 
Meer oude foto's van Kerkstraat 56, het pand van Bi-j Siem, op de site van Rijksmonumenten.

De dopeling Maria Catharina Schaeken


Op zoek naar mijn maternale lijn was ik in 2018 gestrand in achttiende-eeuws Nederweert. Ik schreef in het blog 'Moeders van moeders':
Verder dan Catharina Schaken uit Nederweert in Noord-Limburg, ten tijde van haar geboorte deel van de Oostenrijkse Nederlanden, kom ik niet. Ik weet dat haar vader, Jacob Schaken, omstreeks 1738 ook in Nederweert is geboren. Wie haar moeder is, is me nog onbekend.
Het geboortejaar van Catharina zou in 1756/1762 vallen. Via de site "Alle Limburgers" kunnen de registers van de Sint Lambertuskerk in Nederweert nageplozen worden. In de gegevens van de aangeduide jaren vond ik haar niet terug, maar toen ik het zoekveld wat groter maakte was ze daar: de dopeling Maria Catharina Schaeken.


Nu kon ik verder met haar moeder Hendrina van Hulsen. En die vond ik in het Nederweertse doopregister zelfs in tweevoud, twee nichten. Dochters van de in Nederweert geboren broers Joannes en Mathias van Hulsen. Eén van de getuigen bij de doop van Catharina zou hun jongere zus Gertrudis geweest kunnen zijn.

De oudste Hendrina is geboren in 1738. Zij is waarschijnlijk de oudste dochter in het gezin geweest. Haar broer Henricus was twee jaar ouder. Vader is Joannes. Haar moeder heet Maria, één keer wordt haar voornaam bij de doop van een kind als Anna Maria vermeld. De achternaam van Maria wordt door Meneer Pastoor of wie de doopgegevens dan ook maar opschreef steeds anders genoteerd. Of het verkeerd werd verstaan of dat Joannes elke keer maar  een dotje deed is niet meer te achterhalen jammer genoeg. De verschillende varianten zijn; Stockmeijers, Stockmans, Stockemans, Stockmans Meijers. In 1744 bij de doop van zoon Theodorus werd extra vermeld dat vader afkomstig is uit Nederweert en moeder Maria uit Pruisen. Mocht dit kloppen en als Hendrina I de moeder is van Catharina, die naar het westen is getrokken, dan loopt mijn maternale lijn van voor begin achttiende eeuw naar Pruisen.

Hendrina van Hulsen 1738

Joannes van Hulsen 1707

(Anna) Maria Stockmans

Stockmeijers/Stockmans Meijers

Uit Pruisen

Henricus

Van Hulsen

Maria Gerrits

 

 


Nu Hendrina II. Geboren in 1742 en net als haar nichtje waarschijnlijk tweede kind en oudste dochter in het gezin. Haar in 1739 geboren oudere broer is net als zij, hun nicht en neef misschien vernoemd naar de pater familias Henricus van Hulsen, alhoewel er dan een 'd' mist of teveel is.
De vader van deze jongere Hendrina is Mathias van Hulsen die in 1738 in Nederweert in het huwelijk trad met Petronella (of Petronilla) Walckers. Er staan flink wat dopelingen vanaf 1700 in het kerkregister van de Sint Lambertuskerk met de achternaam Walckers, maar Petronella kan ik niet vinden. Walckers schijnt een naam te zijn die vaker voorkomt in de streek en ze kan dus net zo goed afkomstig zijn uit een andere parochie. Als ik er achter zou kunnen komen vanaf welke Hendrina de lijn doorloopt is dit weer een uitdagend touwtje om aan te gaan trekken.

Hendrina van Hulsen 1742

Mathias van Hulsen 1712

Petronella Walckers

 

Henricus

Van Hulsen

Maria Gerrits

 

 


18de-eeuwse kaart van Weert en omgeving

De maternale lijn kan ik nu uitbreiden met namen in de negende en tiende generatie, maar wel met veel vraagtekens. In schema:

Karin Jacoba Johanna Maria Gortzak

1954

Leiden

 

 

Petronella Catharina (Nel) Prins

1920

Voorhout

2016

Leiden

Jacoba Maria (Co) Meskers

1893

Warmond

1939

Warmond

Johanna Herings

1863

Voorhout

1940

Warmond

 

Johanna (Jannetje) Waasdorp

1835

Noordwijk

1920

Warmond

Johanna Jansdr Mooijekind

1808

Noordwijk

1895

Noordwijk

Cornelia (Neeltje)

van Rijn

1790

Haarlem

1841

Noordwijk a/z

(Maria) Catharina Schaeken

1764

Nederweert

1853

Oegstgeest

 

Hendrina van Hulsen 1738


Hendrina van Hulsen 1742

(Anna) Maria Stockmans

Stockmeijers/Stockmans Meijers

 

Petronella Walckers

 

17 juni 2018

Dries de Vries uit Dokkum

Stadhuis Dokkum van voor 1756
Jurjen Hendriks en Trijntje Andries zijn in 1715 in Dokkum getrouwd. Hoeveel kinderen zij hebben gehad is mij niet bekend, maar na 17 jaar in 1732 wordt zoon Andries Jurriaansz de Vries geboren, ook in Dokkum. Dries blijft daar niet. In 1752 is hij getrouwd met Hilletje Watsis en wordt hun dochter Altje in Amsterdam geboren.  Van Dokkum naar Amsterdam. Hebben zijn ouders na jaren huwelijk die grote stap al genomen? Of is hij samen met Hilletje op zoek gegaan naar meer welvaart? Ontmoetten Hilletje en Dries elkaar pas in Amsterdam?

Lang blijft Andries niet in Amsterdam. Hilletje overlijdt daar waarschijnlijk. In september 1755 trouwt hij opnieuw, nu met Lijsje Jansd van Heijningen in het plaatsje Oudshoorn. Lijsje is dan 24 jaar en in Oudshoorn geboren.

Dan weer de vraag, waarom trekt Dries weg, nu van Amsterdam naar Oudshoorn of omgeving. Misschien was het werk dat hij daar kon krijgen? Tegenwoordig is Oudshoorn een wijk van Alphen aan de Rijn, maar in de 18de eeuw had het wat meer betekenis.

't DORP OUDSHOORN, langs den Rijn te zien. 1749
Kopergravure door Hendrik Spilman.

Door de ligging aan de Oude Rijn, de Gouwe, de Kromme Aar en de Heymanswetering was het een postdistributiecentrum voor steden als Rotterdam, Gouda, Leiden, Utrecht en Amsterdam. Door deze gunstige ligging werden er door rijke stedelingen fraaie buitenhuizen langs het water gebouwd. Er was bedrijvigheid door kalkovens, steen- en dakpannenbakkerijen. Er was ook veel veenderij om in de toenemende brandstofbehoefte te voorzien.

Hoeveel werk er ook geweest kan zijn, Dries en Lijsje blijven er niet wonen. Ze krijgen zeven kinderen en die worden allemaal in Oude Wetering geboren. Misschien woonde Dries daar al en is het Lijsje die verhuist. En met die kinderen gaan Dries en Lijsje dubbel tellen in de stamboomlijn van mijn overgrootvader Pieter Gortzak.

Pieter Gortzak
Gerrit Gortzak  & Fijtje de Vries
Andries Gortzak
&
Marijtje de Kleer
Pieter de Vries
&
Grietje van der Neut
Neeltje de Vries
&
Gerrit Gortzak
Andries de Vries
&
Fijtje Kolijn
Andries Jurriaansz de Vries
&
Lijsje van Heijningen

Hun dochter Neeltje trouwt met een Gortzak. Ze krijgt zoon Andries en kleinzoon Gerrit. De broer van Neeltje trouwt met Fijtje en een generatie verder wordt kleindochter Fijtje geboren. Gerrit en Fijtje, achternicht en -neef trouwen en één van hun kinderen is Pieter Gortzak, een overgrootouder van mij.

Het klinkt helemaal zo ver niet als ik zeg dat Dries de Vries uit Dokkum de overgrootvader van mijn overgrootvader is.

27 mei 2018

Achttien kinderen

De lijn van overgrootmoeder Nel Warmerdam staat nu ook op de site. Die lijn gaat terug de historie in. Maar eerst even pas op de plaats voor het gezin van Nel en natuurlijk haar echtgenoot Willem Prins.

Nel Warmerdam en Willem Prins
(datum foto onbekend)

Op 8 januari 1891, Nel is dan 20 jaar en Willem 23, trouwen zij in Voorhout. Kennelijk gaan zij in Lisse wonen, want binnen twee maanden na de huwelijksdatum wordt hun eerste kind, dochter Ka,  daar geboren. Het volgend jaar komt zoon Huib, mijn grootvader, eveneens in Lisse ter wereld.
Hierna verhuizen ze naar Voorhout en blijven daar hun hele leven wonen. Hun andere 16 kinderen worden er geboren en het is de plaats waar ze beide kort na elkaar in 1928 en 1929 overlijden.

Binnen 21 jaar krijgt Nel 18 kinderen. Elf kinderen zullen hun ouders ruimschoots overleven en bereiken de middelbare of zelfs de hoogbejaarde leeftijd. De overige 7 kinderen sterven als ze nog zuigeling zijn.
  

naam
geboortedatum
kindersterfte
1
Ka
2 maart 1891

2
Huib
15 april 1892

3
Piet
19 september  1893

4
Bas
5 november 1894
20 januari 1896
5
Cornelis
6 november 1895
29 februari 1896
6
Mie
9 januari  1897

7
Berdina
15 juni  1898
30 augustus 1898
8
Cornelis
7 oktober 1899
19 juli 1900
9
Marie
18 oktober 1900

10
Nel
4 maart 1902
november 1902
11
Dina
7 juli 1903

12
Niek
16 september 1904

13
Nel
30 mei 1905
?
14
Cornelia
21 december 1906
28 februari 1907
15
Jan
24 maart 1908

16
Nel
4 juli 1909

17
Cor
24 december 1910

18
Pietje
23 september 1912


Waar de kinderen aan gestorven zijn kan ik niet achterhalen. Wel is in de 19-de eeuw vooral in Zuid-Holland en het zuiden van Noord-Holland de zuigelingensterfte enorm hoog. Tot op driekwart van de eeuw overlijdt vooral in de kuststreek 25% van de levend geboren kinderen voor hun eerste verjaardag. Naar het einde van de eeuw begint dat af te nemen tot rond 17% in de tijd dat Nel en Willem hun gezin stichten. Zij wijken met bijna 40% sterk af van het gemiddelde.

'The cottage madonna' - Josef Israël
Een reeks aan factoren kan als oorzaak worden aangewezen. Overigens waren de meeste in de tijd zelf niet bekend als schadelijk. Zo werden in de 19de-eeuw minder kinderen gezoogd met borstvoeding. Bij de armere bevolking vaak omdat de vrouw moest werken om het gezinsinkomen bij elkaar te krijgen. Soms ook uit religieuze overwegingen. De weer opkomende Rooms-Katholieken geestelijken raadden vrouwen af borstvoeding te geven, omdat daarmee de kans bestond dat zij teveel van hun lichaam bloot gaven. De zuigelingen kregen waterpapjes of koemelk van vaak inferieure kwaliteit. Trouwens het aantal geboortes werd, door het ontbreken van de remmende werking van het geven van de borst op de vruchtbaarheid, opgejaagd.
Geen borstvoeding kan aangevuld worden met het zilte water in de kuststreek, ontbreken van hygiëne, geringe kraamvrouwen- en zuigelingenzorg, besmettelijke ziekten en armoede in het algemeen.

Nel en Willem passen al te goed in het plaatje. Zij wonen in de kuststreek. Willem werkt als veldarbeider en bloemistenknecht, zij behoren dus tot de armere bevolkingsgroep. En zij zijn goed katholiek.


Verder lezen

Zuigelingensterfte per gemeente in Nederland - Peter Ekamer en Frans van Poppel
Zuigelingensterfte en geboorten in de 19e en begin 20e eeuw - P.E. Treffers
Sociaal-economische verschillen in zuigelingen- en kindersterfte in Nederland,1812-1912 - Frans van Poppel en Kees Mandemakers
Hoge kindersterfte in 18e / 19e eeuw - Marlies Witters